In het Besluit Luchtvaartuigen 2008 wordt een voetstart paramotor als volgt gedefinieerd:
- gemotoriseerd schermvliegtuig: schermvliegtuig, zijnde een zweeftoestel zonder starre hoofdstructuur dat kan worden gedragen en slechts kan worden gestart en geland door gebruik te maken van de benen van de bestuurder, dat over een motor beschikt;
Merk op dat de definitie van een gemotoriseerd schermvliegtuig spreekt over ‘gestart en geland door gebruik te maken van de benen van de bestuurder’. Hiermee wordt dus alleen voetstart paramotor bedoeld.
Sinds 1 januari 2024 is de variant op wielen ook opgenomen in de Nederlandse Wet- en regelgeving. De variant wordt paramotortrike genoemd en als volgt gedefinieerd:
- paramotortrike: luchtvaartuig zonder starre hoofdstructuur, dat wordt gestart en geland door gebruik te maken van een wielconstructie en over een hulpmotor beschikt, met niet meer dan twee zitplaatsen en een maximum startmassa van niet meer dan:
a. 300 kg voor een eenzitter;
b. 450 kg voor een tweezitter.
De regels voor het gebruik van het gemotoriseerd schermvliegtuig en de paramotortrike zijn volledig identiek, behalve als het gaat om de vrijstellingsregeling. Dit houdt in dat een gemotoriseerd schermvliegtuig (voetstarter) wel gebruik kan maken van de vrijstellingsregeling, en een paramotortrike niet. De KNVvL spant zich in om dit probleem op te lossen.
Wanneer op deze website over “paramotor” wordt gesproken, bedoelen we zowel het gemotoriseerd schermvliegtuig als de paramotortrike.