Sinds de invoering van de Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen (RNVL) op 1 oktober 2020 is de toelating voor buitenlands ingeschreven paramotors behoorlijk ingeperkt. De regels voor buitenlands ingeschreven paramotors zijn beschreven in de Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen (RNVL) artikel 50. De belangrijkste beperkingen zijn:
- Een buitenlands ingeschreven paramotor mag maximaal 28 dagen per jaar in Nederland worden gebruikt, en moet in het land van herkomst worden gestald.
- Het is niet toegestaan een buitenlands ingeschreven paramotor te gebruiken voor luchtwerk, vlieglessen, commerciële doeleinden en rondvluchten.
- Met een buitenlands ingeschreven paramotor is het niet toegestaan een vlucht uit te voeren binnen 100 meter van de bebouwde kom, gebouwen, industriegebieden, havengebieden of mensenmenigten, tenzij benodigd voor start en landing.
Dit levert een knelpunt op voor veel Nederlandse vliegers die hun paramotor in Duitsland hebben ingeschreven. De KNVvL werkt aan een oplossing.
Let op!
Ook in het buitenland gelden beperkingen ten aanzien van in Nederland ingeschreven paramotors. Controleer dus goed de regelgeving van het land waarin je gaat vliegen voordat je vertrekt. In België geldt bijvoorbeeld dat ieder jaar een vergunning (permit to fly) moet worden aangevraagd. In Denemarken geldt net als in Nederland een 28 dagen regeling, maar met strengere eisen ten aanzien van het maximum vermogen en geluid.